Even een weekje naar de Veluwe. Met het hele gezin. Terwijl ik een beetje in de stress-modus zit lukt het me toch aardig om hiervan te genieten. Ik kan me niet herinneren wanneer we ZO ontspannen waren met z’n allen.
Een huisjes-park tussen de eekhoorns, boomklevers, koolmeesjes, kabouters en andere bosfiguren. Moeilijk, tweehonderd gezinnen en groepjes mensen die ‘lekker’ vakantie vieren. Een vreemd soort weerstand tegen burgerlijkheid zet ik morrend opzij. Ik kiep een zak voer op tafel en focus op de gevleugelde types die in de aanval gaan. Zij trekken zich nergens iets van aan. Ik zou er een voorbeeld aan moeten nemen.
Wanneer we over het park wandelen horen we opvallend veel geschreeuw uit een aantal bungalows komen. Menigmaal zien we een kind, buiten, bij de voordeur op de mat staan huilen. ‘Ik wil naar binnen, ik zal het nooit meer doen!’ Roept een meisje van, ik denk, zes jaar oud. De gordijnen worden dichtgetrokken zodat ze niet meer naar binnen kan kijken.
Tegenover ons staat een huisje waar een jongetje hardhandig op de stoep wordt gezet. Hij gaat op zijn hurken op het matje zitten en ondergaat zijn straf in stilte. Zijn moeder schreeuwt zo hard, in onvervalst Drents dialect, dat we het letterlijk kunnen verstaan. ‘JESSE!! IK HOU HEEL VEEL VAN JE MAAR JE MAG NIET JE POEP OP DE MUUR VAN DE WC SMEREN, IK BEN HET ZAT!!!’
In het kleedhokje van het zwembad dreigt een oma haar kleindochter: ‘ik ga NOOIT meer met jou zwemmen als je zo doet!’ De kleuter zet het op een brullen wat de grootmoeder nog bozer lijkt te maken. ‘Je kleedt jezelf maar aan, IK houd ermee op!’
Pijnlijke situaties, sommige herkenbaar. En nu heb ik ze even niet. Afgezien van gekissebis over speelgoed of wanneer we gaan zwemmen, lijken we even de ‘familie-zen’. Wat een verademing. Zo kan het dus ook. Bart kookt, ik lees een boek, de kinderen kleuren, we doen een spelletje. We maken (onder licht protest van de puber) een boswandeling en ik probeer het moment vast te houden. Kan het?
Na de natuurbeleving willen de drie dames de speelhal in. Ok, vooruit, even dan. Wat een hel is dat, voor ouders. Voor kinderen is het een paradijs, een soort apenkooi-XXL, glijbanen, vrolijk gekleurde klimconstructies en een ballenbak. De speelruimte heeft de grote van een flinke gymzaal. De verlichting lijkt op die in de gemiddelde discotheek met alle kleuren van de regenboog.
Voor mij zijn het veel te veel prikkels. Bart haalt twee bier zodat we het enigszins volhouden. Ik zak in een ongemakkelijke stoel en vraag me af waarom ik dit zo afschuwelijk vind. Hebben andere ouders dit ook? Of zijn wij de enige volwassen tweevoeters die zich storen aan dit hele gebeuren? De man van het stel wat een tafeltje verderop zit heft zijn glas naar ons en roept: ‘proost!’ Het heeft iets triestigs.
Ik vind mezelf maar moeilijk. De kinderen hebben het heerlijk naar hun zin en wij zitten ongemakkelijk aan de kant te kijken en commentaar te geven op de bedrijfsvoering van het etablissement. Dat is het dan. Ik pak Bart’s hand en kijk hem in de ogen. ‘Dit is geluk’ denk ik. Dit is potdomme geluk MIES, je hebt het niet eens door. Nou, nu een beetje dan. Mooi zo.
Donderdag gaat Bart met Julia en Anna naar de prijsuitreiking van de kleurwedstrijd. Twee keer de eerste prijs in hun leeftijdscategorie. Ze zijn dolblij. Wij zijn trots.
Als we vrijdag naar huis rijden is het stil in de auto. Een uniek moment. Ik kijk voor me en zie een regenboog. Wat een liefde. Dat mag best eens gezegd.
Reacties
2 reacties op “Herfst, onstuimig gedoe en liefde”
Zo ken ik je weer !!! ???????
Heel mooi en trots op Julia en Anna!