Het begint bij de geboorte. Letterlijk.
Loslaten. Gevolgd door vele momenten waarop een kind iets zelf kan en jou een stukje minder nodig heeft.
Bij Julia zaten we er bovenop, wilden geen moment missen en waren soms totaal in paniek lichtelijk bezorgd of het wel goed zou komen. Ze liep kort voor haar tweede zomer door de achtertuin. Anna hielp ons ontdekken dat elk kind uniek is en wandelde na elf maanden de gang in. Lina bevestigde de onvoorspelbaarheid van ontwikkeling en stond iets na haar eerste verjaardag op twee benen. Bij jongens zal het wel weer anders zijn. Ik weet inmiddels dat het wel goed komt. Zitten, kruipen, lopen, tanden poetsen, haren kammen en praten. Ze doen het allemaal, uiteindelijk, in eigen tempo.
Billen vegen, handen wassen en aankleden kunnen ze zelf. Ben ik straks overbodig? Als de basale vaardigheden zijn geleerd verschijnen er nieuwe vraagstukken voor de dames in ons huis. Hoe speel ik een potje memory of scrabble? Wat doe je als je wordt uitgenodigd op een feestje? Wat gebeurt er als ik al mijn zakgeld uitgeef aan snoep? Meestal wordt het advies in de wind geslagen. Julia weet nu uit eigen ervaring dat het niet handig is om een hele zak chips in acht minuten naar binnen te werken.
Een moment waar ik in het bijzonder bij stil sta is; fietsen zonder zijwieltjes. De overgang van vast, stabiel, kan niet zoveel mis gaan, naar onvoorspelbare chaos, risico op valschade en alles gaat verkeerd.
Het kleuterfietsje, inmiddels acht jaar in familiebezit, is een paar weken geleden voor de laatste keer gedemonteerd. Julia kreeg de roze ijzeren pony, aangeboden door trotse oma’s en opa’s, voor haar derde verjaardag, Met prachtige strikken, twee prinsessenbellen en enorme stickers van de kinderpopgroep K3. Het duurde nog ruim een jaar voordat ze, aangemoedigd door tante Mo, er op twee wielen vandoor ging.
Anna fietste er een jaar of drie geleden vlot op weg, na drie keer vallen en vloeken.
Lina, bijna vier, zag het inmiddels gehavende, knal-verroeste, niet meer zo heel roze brik in de kelderbox staan en vond het tijd om een poging te wagen.
Bandjes oppompen, zadel afstellen, stuur vastdraaien.
Ik sleepte het oude barrel voorzichtig de trap op, uit de garage, naar de stoep. Lina klom er vastberaden op en na een korte instructie keek ze strak vooruit en trapte er flink op los. Helemaal vanzelf ging het natuurlijk niet. Ik hield haar jas stevig vast, met één hand tussen haar kleine, knokige schouderbladen en moest behoorlijk vaart maken om haar bij te houden. Over het bruggetje, stukje naar beneden, bochtje naar links het park in, langs de atletiekbaan richting het speeltuintje.
‘Zo. Nu wil ik even schommelen,’ zei Lina.
Prima, dan kan ik even op adem komen.
Vanaf het bankje kijk ik naar haar, ze kan het zelf.
‘Je hoeft niet te duwen hoor mam!’
Een paar honderd op-en-neers later klautert ze weer op haar fiets.
‘Nog een rondje mam?’
Dwars door het park, langs de ijsbaan, een paadje tussen de voetbalvelden, linksaf bijna de sloot in, rechtsaf voorover in de berm. Bijna thuis geeft ze nog even flink gas. Ik kan haar niet meer bijhouden. Daar gaat ze.
Zonder zijwieltjes.
Reacties
Eén reactie op “Zonder zijwieltjes”
3 toppertjes dus ….