‘We moeten wel even goed kijken naar de verkeerssituatie die dag. In Amsterdam zijn de komende weken veel werkzaamheden. Als er weer een stuk van de ring is afgesloten dan is dat echt irritant voor mensen die van buiten komen.’ Ik ben me niet bewust van mijn toon, maar Bart reageert alsof hij in een punaise heeft getrapt. ‘Daar gaan we geen rekening mee houden, hoor. Mensen kunnen dat heus zelf wel in de gaten houden, en dan rijden ze een stukje om. Er kan ook een ongeluk gebeuren die dag, en dan heb je alsnog een dikke file.’
We zitten in de woonkamer: Bart, Julia en ik. Julia gaat op 1 augustus in Leiden wonen en studeren. Het lijkt haar leuk om een afscheidsfeestje te geven. We prikken een datum, een zaterdagmiddag, en besluiten dat we meteen de verjaardagen van Bart, Julia en Lina vieren. Naast haar eigen vrienden wil ze ook wat vrienden van ons uitnodigen.
Ze heeft er goed over nagedacht: eerst de familie, rond een uur of drie, en dan tegen vijven de vrienden erbij. Wij zorgen voor drankjes en vragen iedereen iets lekkers mee te nemen. Julia maakt de uitnodigingen. ‘Zet je er dan bij dat de ring is afgesloten? Ik heb het namelijk nog even opgezocht, en die dag zijn delen van de ring Zuid en Oost dicht.’ Bart rolt met zijn ogen. Julia reageert: ‘Ja mam! Je toon! Je hebt misschien wel een punt, maar de manier waarop je het zegt is echt heel irritant.’
Ik zeg even niets. Ik vind de reactie van Julia en Bart ook irritant. Alsof zij het niet belangrijk vinden dat de mensen die we uitnodigen soepel naar ons huis kunnen komen. Ik wil graag feestjes op zondag, omdat parkeren dan gratis is. Bart wil dat niet, omdat hij maandag moet werken. Zo heeft iedereen zijn eigen perspectief. Alleen míjn toon wekt iets op. Wat is dat dan? Ik heb het niet door. Komt het door wát ik zeg, of door hóe ik het zeg? Waarschijnlijk allebei.
‘Blijf het maar zeggen als “de toon” er is,’ zeg ik tegen Bart en Julia. Dat is de enige manier waarop ik me er bewust van word en er rekening mee kan houden. Want als een aanpassing ervoor kan zorgen dat ze me wél serieus nemen, dan wil ik daar best moeite voor doen.
Toch denk ik dat het niet helemaal aan mij ligt. De hypergevoelige reacties van Bart en Julia zeggen ook iets over hén. Ik begrijp dat mijn commentaar voelt als een granaat, maar om dan met een raket terug te schieten. Misschien moeten we thuis allemaal iets beter leren mikken. En als munitie iets zachts gebruiken, veren, bellenblaas of pluisjes van paardebloemen.
Geef een reactie