Leuk
Het begon leuk. Met een ouderwets gezellige klets-avond aan het einde van een donderdagmiddag in het blauwe theehuis in het Vondelpark, met Maartje, wijn en pizza. Toen het fris werd op het terras verplaatsten we ons naar café Wildschut in de buurt van het museumplein, om een kop thee te drinken en vervolgens weer wijn.
De volgende dag was het vrijdag de dertiende.
Kak
Er kwam een man van de woningbouwvereniging om de kraan in de badkamer (ging niet meer open) en de kraan in de keuken (ging niet meer dicht) te repareren. ‘Sorry mevrouw, ik mag de keukenkraan niet vervangen omdat dit geen kraan van Ymere is, die heeft u er zelf ingezet.’ Ik zucht en leg uit dat we hier al acht jaar wonen en dat deze kraan er al in zat. ‘Tja, dan had u het contract moeten lezen, u heeft er voor getekend ik mag dit niet voor u oplossen.’
Ik heb het geduld van een uitgehongerde krokodil die een gnoe voorbij ziet komen. Ik bijt mijn kiezen op elkaar, kijk begripvol naar de monteur, vertel dat ik twee linkerhanden heb en drie dorstige kinderen en dat een lekkende kraan een pittig probleem is. Hij snapt het. ‘Ok mevrouw, ik ga bellen met mijn manager en kijk wat ik kan doen. Ik beloof niks.’
Als hij terugkomt van de praxis, kijkt hij zo blij als een kind dat net een enorm kerstcadeau heeft gekregen en plaatst een gloednieuwe kraan in de keuken. Met een knop voor warm en een knop voor koud water. Ik durf niet te beginnen over dat het eerst een mengkraan was.
Leuk
’s Avonds is er een fijne zonsondergang als voorpret op de volle maan. Ik drink wijn, doe een wasje en maak courgettesoep. Julia eet bij een vriendin. Anna speelt op het balkon met haar bff Guyon en Lina holt erachteraan. Bart drinkt een biertje met zijn vriend Jan, ik bewaar een slavink, salade en soep.
Zaterdagochtend trek ik vrolijk mijn hardloopschoenen aan en ren een paar kilometer door het park. Als ik thuiskom bak ik eieren voor Anna en Lina.
Kak
De lunch valt verkeerd. Bart, die ’s ochtends aankondigde dat hij ECHT NIET hoeft te werken vandaag, is ‘even’ naar zijn werk. Ik zet de twee dames voor de televisie en zap iets onbelangrijks op Netflix. De rest van de dag is er ruzie over iets wat iemand eerst had en iets waarvan het onduidelijk is wiens eigendom het is.
De week vervolgt in hetzelfde ritme. Maandag zing ik met Ole, we repeteren voor ons optreden op 4 oktober. Zo fijn en blij. Dinsdag is een dag vol afspraken op mijn werk en om half vier ben ik helemaal leeg, ik ben vergeten te eten, adem te halen en pauze te nemen. De fietstocht naar huis van zuid naar oost voelt als een elfstedentocht onder barre omstandigheden. Woensdag is heerlijk, leuke adviesgesprekken over leren en ontwikkelen en pedagogiek. Als ik thuiskom heeft mijn schoonmoeder de lekkerste gehaktballen gemaakt.
Ik plaats een fragment van mijn gevoel op Instagram en krijg reacties. Het is herkenbaar, het is normaal, het hoort erbij. Ik weet het. Daarom deel ik het. Omdat het erbij hoort en omdat niet veel mensen dit doen. Waarom delen weinig mensen hun echte gevoel? Zijn ze bang? Ik ben veel maar niet bang. Ik baal, dat ik, misschien meer dan gemiddeld, diepe dalen heb. Daar tegenover staat dat mijn pieken tot de maan reiken. En terug.
Vandaag is het weer donderdag. Julia is op kamp in Wijk aan zee. Ik werk thuis omdat de schuifpui vervangen moet worden. De monteurs zijn er druk mee. ‘Mevrouw, we gaan even extra hout halen, het is verrotter dan we dachten. Mevrouw, morgen komen we met vier man, we maken het in orde voor u, de lekkage, straks is het er niet meer. Mevrouw, mogen we onze boterham binnen opeten? Mevrouw, heeft u misschien nog zo’n lekkere koffie? Mevrouw, mogen we ons gereedschap laten staan tot morgen?’
Als ze zijn vertrokken om vijf uur, lig ik uitgeteld op de bank. Het is mijn avond om de stad in te gaan. Bart haalt Anna en Lina. Ik kan er een feestje van maken maar mijn puf is op. Om kwart voor zes zijn ze thuis en ik ben blij. Ik hou Bart heel lang vast terwijl hij pasta probeert te koken. Ik kijk naar buiten en ik hoef nergens heen. Ik ben precies waar ik moet zijn.