Versleten

‘Hoe gaat het met je? Oh, nee wacht, ik heb je blog gelezen, ik weet PRECIES hoe het met je gaat.’

Gek om een bekende tegen te komen in de wachtkamer van de orthopeed. Aan de andere kant, best fijn. Ik was er in mijn eentje en zat net te bedenken wat ik zou doen als het ECHT slecht nieuws zou zijn.

‘Het spijt me mevrouw, u heeft uitgezaaide botkanker, niks meer aan te doen, goedenavond.’ of ‘De ambulance komt eraan, u moet accuut geopereerd worden, geen overleg met familie, het is een kwestie van minuten.’ 

En nu kwam Paul binnen, enthousiast type, docent lichamelijke opvoeding, hockeyer, drinkt graag een wijntje. En ook pijn in zijn rug, al weken, met uitstraling naar zijn rechterbeen. ‘Zal wel een MRI’tje worden, zei ik, inmiddels helaas bekend met de vaktermen.’

We kletsen wat over ouder worden, te hard geleefd, gesport en te lang doorgaan met alles. Dan lachen we elkaar uit omdat we allebei nog niet eens vijftig zijn.

Eenmaal in de spreekkamer luister ik aandachtig naar de orthopeed, dokter C. Hij laat het resultaat van de scan zien. Een lange, slangachtige wervelkolom. Mijn rug en bekken. Ziet er prima uit, vind ik.

Dokter C. wijst met een potlood naar het scherm. ‘Kijk, hierboven, dat is normaal.’ Ik zie mijn wervels en daartussen grijzige blokjes bindweefsel. ‘En onderaan, die zwarte stukjes, daar is sprake van een degeneratieve discus op lumbaal 4 en 5.’

Pardon?!

‘In lekentaal heet dat ‘versleten’ en dat kleine donkere bolletje wat uitsteekt, dat noemen we een hernia. Die zit tegen de zenuw aan, dat veroorzaakt pijn.’

Er zijn wel meer mensen versleten alleen niet iedereen die dat is heeft er last van. Het kan dus ook zo zijn dat de pijn minder wordt of overgaat als de hernia herstelt. Opties bij blijvende pijn zijn: A. een (pijnlijke) injectie. B. een operatie.

Ik moet het even laten bezinken. Dokter C. zegt dat hij dat begrijpt en schrijft een verwijzing voor mensendieck oefentherapie. Om mijn houding te verbeteren. Die van mijn lichaam. Over drie maanden terugkomen. Of eerder, als de pijn toeneemt.

Buiten bel ik Bart. Hij is blij, opgelucht dat ik nog niet doodga en ook ongerust vanwege de onduidelijke prognose. Als ik ophang wandel ik heen en weer over de stoep in de Plantage Badlaan waar de kliniek van Dokter C. zit. Wat nu?

Na een dik kwartier komt Paul naar buiten lopen. ‘En?’ vraag ik. ‘Ja, MRI’tje.’ zegt Paul. We fietsen een stuk samen op. Onderweg delen we vakantieplannen en komen tot de conclusie dat camperen in een tent met een oplaasmatje nu voorgoed verleden tijd is.

‘Hoe gaat het met me?’

Deze keer stel ik de vraag aan mezelf. Het antwoord is wisselend. Van huilend van de pijn liggend op de bank tot een licht ontspannen wandeling door het park met een voorzichtige glimlach. Van een sprintje naar de tram en toch weer pijnstillers tot een hele nacht doorslapen in ons fijne nieuwe bed.

Dit is het derde verhaal wat over rugpijn gaat, ik ben er wel een beetje klaar mee. Maar klaar is het nog lang niet. Zoveel is me duidelijk.

Geduld, loslaten en accepteren, daar liggen nog een paar uitdagingen.


Geplaatst

door