Ik ben geen moeder die ‘chips’ zegt als ze haar teen stoot. En wat ik doe, doen mijn kinderen na. Zo werkt dat ook met k*t en sh*t en de wat meer serieuze scheldwoorden.
Ik bedacht dat ik het een beetje suf vond om uit de mond van een twee-jarige dat soort woorden te horen. Ach, überhaupt al dat gevloek kon toch best wat minder. Maar ja, hoe kon ik mezelf afleren om te vloeken?
Een collega herkende het verhaal, zij en haar vriendin hebben samen een dochter en ze wilden niet dat die zou gaan vloeken. Ze hadden bedacht dat als een van de mama’s een vloekwoord zou gebruiken (k*t) dat de ander dan ‘regenboog’ zou zeggen. Want als je zegt dat iets NIET mag wordt het natuurlijk heel interessant om het juist WEL te doen. Vandaar de alternatieve optie.
Het werkte supergoed bij mijn collega en ik dacht, ‘dat ga ik proberen, wat een fijn idee’, Bart was er wel voor te porren en dus werd bij ons ook het woord ‘regenboog’ ingevoerd na een vloek. Julia pakte het meteen op en corrigeerde ons (helaas) vele malen. Na een paar weken (en vele ‘regenbogen’ verder) leek het best goed te werken.
Tot ik Lina heel hard hoorde zeggen: ‘POTTEDOMME!, REGENBOOG!’
ZUCHT
Reacties
4 reacties op “De vloek van de regenboog”
Aardbei! Hahahaha!
Cactus ��
Was er ook niet iets met rododendron?
Dat is ook een goed woord!