Bloemen kregen we, van mijn moeder, van Bart’s moeder en van Jeroen. Er kwamen kaarten, van vrienden, van een lieve collega, van oma’s en opa. Mark, de broer van Bart, stuurde een pakket met oesters, krab en Hollandse garnalen. We smulden als vorsten.
Een buurvrouw uit de flat vroeg hoe het met ons ging. Ze bood geld voor boodschappen als we het niet meer zouden redden. Vrienden en familie lieten weten ons financieel te kunnen steunen als dat nodig was. Van lieve buren uit de straat mag ik van hun huis gebruikmaken om te werken als het bij ons te druk wordt. ‘De bovenverdieping staat toch leeg.’
Zoveel liefde is zo lief. ‘Het gaat goed hoor.’ Ik typ het regelmatig in een Whatsapp bericht en in principe is dat ook zo. ‘Het is soms zwaar.’ Dat is een andere veelvoorkomende tekst. Eentje die ik lastiger vind. Het is allebei waar, het gaat goed én het is zwaar. Ik voel me er schuldig over want wat heb ik te klagen? We zijn gezond, we hebben te eten en vooralsnog kunnen we de huur betalen. Toch is er veel stress. Bart had werk, toen plots weer niet en toen een beetje. Elke week duimen we dat er een klus bijkomt.
Thuisonderwijs in combinatie met mijn baan knalt op mijn zenuwen. De hordes mensen die hutjemutje in het park zitten vind ik ook moeilijk te pruimen. Ik ben te braaf. Ik ben thuis, doe het hoogstnoodzakelijke buiten en ga dan weer naar binnen. En dat terwijl ik echt nog niet de leeftijd heb om achter de geraniums te gaan zitten.
Wat is dat dan, dat zware gevoel? Ik ben doorlopend alert. Op straat kijk ik of er genoeg afstand is tussen mij en andere mensen, of het niet te druk is in de speeltuin en een boodschap doe ik alleen als het echt moet. Ik besef dat ik het mezelf moeilijk maak en dat ik misschien meer ruimte kan nemen dan ik nu doe maar het lukt me niet.
De drie dagen in de week waarop ik werk heb ik verdeeld over vijf dagen. Tussen de Zoom-gesprekken door probeer ik geduldig antwoord te geven op de vragen van Julia, Anna en Lina. Ook dat lukt steeds vaker niet. ‘Zoek het zelf maar op! Vraag het eerst aan je zus. LAAT ME MET RUST!’ Ik krijg een hekel aan mezelf. Zo wil ik niet zijn en toch ben ik zo. Lekker confronterend, alles wordt uitvergroot. Had ik maar geduld en was ik maar stabiel.
Geforceerd schop ik mezelf de deur uit om een rondje hard te lopen. Dat helpt meestal. Even. Ik zou eens toe moeten durven geven aan mezelf dat ik het niet meer weet maar dat durf ik ook al niet. De storm die nu om onze flat raast draait ook door mijn hoofd. Ik hou mijn adem in en hoop dat de wind gaat liggen.
Morgen mogen Anna en Lina weer naar school. Twee dagen in de week. We zitten acht weken thuis en het lijkt alsof het altijd zo is geweest. Hoe kan dit zo snel ‘normaal’ voelen? Hoe zal het in juni zijn? Of in augustus? Kunnen we op vakantie? Ik denk het niet maar we weten zo weinig zeker dat ik steeds terugkeer bij vandaag. Vandaag is het meest zekere wat ik kan krijgen.
Al die kaartjes, bloemen en berichten. Alsof er iemand is overleden terwijl er niemand dood is. Toch lijkt alles een begrafenis, een afscheid van iets ouds en het begin van iets. Ja, van wat eigenlijk? Dat we weer naar de kapper kunnen, met afstand. Dat de kinderen naar school gaan, met afstand. Dat er zwemles is, met afstand. Dat we naar de kroeg kunnen, met afstand. Alles met afstand en onzekerheid. Want niemand weet zeker wat er volgt en wat de consequenties zijn.
Wat ik weet is wat ik mis. Vrienden knuffelen en lang vasthouden als begroeting. Uit eten. Winkelen zonder doel. Verheugen op de zomervakantie. Een blog schrijven zonder kinderen om me heen. Naar het theater, een concert of de bioscoop. Mijn moeder die op woensdag oppast en kookt. Feestjes. Spontane acties die beginnen met: ‘zullen we nog even…’
Het lijkt misschien niet indrukwekkend, dit lijstje. Het is niet volledig, toch moet ik het opschrijven. Ik ben er verdrietig om maar ik mag er van mezelf niet om huilen. Er is niks aan de hand en er is van alles aan de hand. Het voelt essentieel om stil te staan bij wat er ontbreekt. Erkenning van gemis. Pas dan kan ik verder met de nieuwe realiteit die elke dag anders is. Al weet ik nog niet hoe.
Reacties
3 reacties op “Vreemd gemis en ik mag er niet om huilen”
Dag lieve Mies, je verhaal is mij uit het hart gegrepen! Ook bij ons veel vragen en twijfels. Ook de kleine ergernissen: mensen die zich niet houden aan de regels.
Wij willen onze laatste jaren niet doorbrengen in deze wereld zoals die nu is. We willen onze kleindochters weer hier hebben. Jullie hebben het zwaarder dan wij. We zijn trots op jullie. Het kan even duren, maar het komt weer goed. L’histoire se répète! We houden van jullie!
Dankjewel moeders! liefs voor jullie! XXX
En van mij mag je best huilen hoor!