Slavendrijfster

‘Je lijkt wel een slavendrijver, of eigenlijk, slavendrijfster’, zei mijn coach. ‘Wat jij allemaal van jezelf moet. Als je zo doorgaat heb je over een paar jaar echt een probleem.’

Sinds ik ‘projectleider e-learning’ was kwam het ene na het andere leuke onderwerp op mijn pad. Inmiddels wisten veel mensen mij te vinden. ‘Kun je een e-learning module maken voor de privacy-wet, de nieuwe werkwijze, de hond van de buren?’

Leuk, allemaal superleuk! Vervolgens legde ik geduldig uit dat we eerst even moesten kijken naar de leervraag en de doelen en dat we daarna konden kijken welk middel daarbij past. Als we op e-learning uitkomen is het een kwestie van bedenken of we het zelf kunnen maken of uitbesteden waar uiteraard een dik bedrag bij hoort. Klinkt simpel.

‘Wat is nou je probleem Mies?’

Kiezen. Ik kan niet kiezen.

Ik wil alles doen waar ik energie van krijg. Wat heel makkelijk is als er maar weinig dingen leuk zijn. Als alles tof is moet je een keuze maken, lastig. Vaak heb ik het pas door als het te laat is en er herstelwerkzaamheden verricht moeten worden.

Lieve collega A. wist wel een coach voor me. ‘Precies wat jij nu nodig hebt!’

Wonderlijk, hoe mensen altijd lijken te weten wat ik nodig heb.

Inmiddels was ik zo overstuur dat ik niet meer kon nadenken en direct aannam dat A. exact begreep wat ik nodig had.  Eenmaal op de bank bij coach W. werd mijn hoop gelukkig bevestigd. Deze meneer had binnen een half uur de vinger op de zere plek.

‘Je zit vooral in je hoofd hè? Je moet nogal wat van jezelf. Hoe voelt de rest van je lichaam? Hoe voelen je benen?’ Geen idee. Ik voelde niks, ik dacht alleen maar: ‘Hoe ga ik hier in godsnaam een oplossing voor bedenken?!’

Niet met mijn hoofd in ieder geval.

‘Kijk’ zei W. ‘Je hebt allemaal gereedschap tot je beschikking. Jouw hoofd is een schroevendraaier. Dat is handig als je een schroef moet vastdraaien. Maar als je een plank wilt zagen dan is een schroevendraaier niet de beste oplossing. Je zult dus gebruik moeten leren maken van je hele gereedschapskist.’

Sjeesie. De spijker op zijn kop. Kreeg ook huiswerk mee. Het boek ‘Ik (k)en mijn ikken’. Over ‘Voice Dialogue’, een uitnodiging om jezelf te bekijken alsof je niet uit één maar uit een heleboel ‘ikken’ bestaat. Stel, je zit in een bus aan het stuur. In de bus zitten al je sub-personen die je vertellen wat je moet doen. De stemmetjes in mijn hoofd. Wat een gekakel. Bij mij zitten er behoorlijke wat dominante types bij.

‘MIES!! Je moet opschieten anders kom je te laat! Mies, je kunt best nog een wasje doen. Mies, je moet dit klusje erbij doen anders denken ze dat je een loser bent. Mies, Mies MIES! SNEL! MEER! BETER! HOGER! VERDER!’

AAARGH. Een hoop werk te doen. Luisteren naar wat ze zeggen, accepteren dat dit het is. Kijken wat de tegengestelde ‘ik’ te zeggen heeft, want die zit vaak achterin de bus of in de kofferbak en komt niet aan het woord.

Bij het tweede gesprek met W. krijg ik er nog een opdracht bij. Twintig keer per dag een mini-body-scan doen. Meer contact met je lichaam Mies! TWINTIG keer! Hahaha.

Ik doe het, zo autoriteitsgevoelig ben ik ook wel weer. Twintig keer per dag. Na drie dagen merk ik verschil. Ik voel mijn lijf. Het wordt warm als ik in gedachten naar alle delen van mijn lichaam reis. Gek. Ik voel wat ik lang niet heb gevoeld. Dit lijkt me wel iets om mee door te gaan.

Vervolgens laat ik me weer gigantisch afleiden door de irritante stemmetjes in mijn hoofd en gebeurt er dit.

Ik kijk in mijn agenda en zie dat ik op donderdag twaalf oktober een e-learning-evenement in Eindhoven heb. Gaaf! Op vrijdag dertien oktober start project Pedagogiek, geheim, kan er nog niks over zeggen, dus HEEL GAAF!

Het stemmetje wat had moeten ingrijpen blijft stil. Ik hoor alleen mijn enthousiaste ‘ik’.

‘Het kan makkelijk allebei, zorg gewoon dat je op tijd uit Eindhoven vertrekt, dan is er niks aan de hand. Leuk toch? Mensen ontmoeten, nieuwe ontwikkelingen ontdekken, je moet er wel bij zijn hoor!’

Bij de eerste zin had ik mezelf al overtuigd. Op de dag zelf was het natuurlijk veel te gezellig waardoor ik helemaal niet op tijd naar huis ging. Het evenement had behoorlijk wat weg van een festival, compleet met DJ, drank, en diverse hapjes.

Donderdagmiddag, tijdens het evenement, kwam ik erachter dat de oppas verkeerd in haar agenda had gekeken en vrijdag maar tot uiterlijk vier uur ’s middags kon blijven. SHIT. Project-P dreigde bij voorbaat al te mislukken. Ik ging als een gek alle oppassen appen waarvan ik maar enigszins dacht dat ze zouden kunnen. Helaas. Om elf uur ’s avonds stapte ik zonder resultaat en gestresst mijn bed in.

De volgende ochtend werd Bart mijn redding. ‘Liefje, ik ga het wel regelen, ik zorg dat ik er om vier uur ben, ik weet toch hoe belangrijk dit voor je is!’

Als de oppas door een wegomleiding ook nog eens een half uur te laat komt trek ik het niet meer. Dikke tranen. Schuldgevoel, oordelen. stemmetje: ‘ZO slecht geregeld Mies.’ Ik fiets huilend naar Noord waar project-P zit te wachten. Zes minuten later dan afgesproken sta ik binnen en haal ik adem. Direct valt alle stress van me af en stort ik me op mijn lievelingsonderwerp. Pedagogiek. Ik zou er zomaar zelf nog iets van kunnen leren.

Vrijdagavond val ik doodmoe en met dikke migraine in mijn bed. Trots, dat ik het allemaal heb gedaan en teleurgesteld dat ik me er zo druk over heb gemaakt. Het laatste waar ik nog aan kan denken is mijn levensmotto.

‘Een leven lang leren’

Mag wel iets meer:

‘Een leven lang leven’


Geplaatst

door