Het leven, mijn leven. Er zijn teveel dagen dat ik het liefst onder de dekens blijf liggen. Zonder speciale reden lig ik daar, na te denken over het waarom van mijn bestaan. Ik kom er wel uit. Uiteindelijk heb ik een debiel verantwoordelijkheidsgevoel en hele agressieve stemmetjes in mijn hoofd die ervoor zorgen dat ik mijn bed verlaat. Maar niet van harte.
Weken glijden voorbij in een repeterend patroon. Opstaan, ontbijt, werken, lunch, kinderen ophalen, avondeten, kinderen naar bed, even netflixen en wakker worden met een scherm dat ‘are you still watching’ zegt. Het voelt als een productiefabriek waar je aan de lopende band staat om dopjes op de tubes tandpasta te draaien.
De kriebels krijg ik ervan. Ik ken de onrust, het warrige deel van mijn bestaan, en ik wil zo graag dat zware gevoel oppakken en ergens neerleggen, een stukje verderop. Of heel ver weg, zodat ik er niet aan hoef te denken.
Ik kan het niet uitzetten. Soms, een beetje, als ik ga hardlopen, of als ik zing. Zodra ik stop met waar ik mezelf mee heb afgeleid springt het weer aan. Als een hamster in een molentje, in mijn hoofd.
Is dit het nou? Het leven? Wat heeft het voor zin? Dit leven? Wie heeft het bedacht? Leven. Niemand weet toch eigenlijk echt waarom we op aarde zijn? We doen maar wat.
Sommige mensen hebben een uitgesproken doel, echt een passie. Ze lijken exact te weten wat ze doen en waarom. Ik volg dat soort mensen soms een tijdje op social media. Een David & Arjan of een Simone Levie of een Steffie de Pous.
Misschien ken je deze mensen, anders kun je ze googelen. Het gaat niet om hen als persoon maar om de rode draad in hun verhalen. Ze hebben allemaal het licht gezien. Eerst ging het niet zo goed met ze, ze waren ontevreden over hun werk, hun inkomsten of de manier waarop ze hun leven invulden. Vervolgens ontdekten ze iets waar ze blij van werden, geld mee konden verdienen of waar ze mensen mee konden helpen.
Nu delen ze hun geluk met anderen. Ze verkopen een concept. Een manier om rijk te worden, gelukkig te worden of allebei. Het is een oud recept maar ik geloof dat het werkt. Als je doet waar je blij van wordt hoef je geen dag meer te werken.
Als ik naar deze mensen kijk weet ik wat ik wil. Ik wil ook een doel, het is zo fijn om een doel te hebben. Of wil ik juist helemaal geen doel? Vind ik het wel prima zo? Als ik een doel heb moet ik ervoor gaan. Dan kan ik niet meer terug. Een doel heeft consequenties. Als ik elke week een verhaal móet schrijven, kan ik dat dan? Wil ik dat?
Ik focus maar weer op mijn gezin. Dat is noodzakelijk en een mooi excuus om niet echt iets anders te doen. Tussendoor schrijf ik. Een blog, een stuk van een verhaal, een berichtje op Instagram. Als ik schrijf leef ik.
We bevinden ons inmiddels in de kerstvakantie en zijn al anderhalve week in een soort winterslaap-achtige-toestand. Anna en Lina komen niet voor negen uur ’s ochtends hun bed uit en puber Juul schuift pas tijdens de lunch aan tafel. Het gevolg van dit gesnurk is dat de tijd voorbij vliegt en er niks terechtkomt van alle voorgenomen reflectie. Gelukkig zijn er nog een paar dagen in het vooruitzicht.
Oud & Nieuw vieren we thuis, met z’n vijven. Lina gaat naar bed en maakt duidelijk dat ze WEL WAKKER GEMAAKT WIL WORDEN als het vuurwerk begint. Wij kijken een flauwe kerstfilm met Julia en Anna en ik drink samen met Bart een fles champagne leeg.
We zien dat het pas tien uur ’s avonds is en vallen half in slaap op de bank. We zijn moe, we merken nu pas hoe moe we zijn. Met één oog kijken we naar Heel Holland Bakt, warmen nog een paar appelflappen op en dan is het toch echt bijna twaalf uur.
Lina ligt diep in dromenland. We laten haar daar en proosten met z’n vieren. Water in een champagneglas. Voor alles moet een eerste keer zijn. Ik ben even klaar met de bubbels.
Een half uur na middernacht ziet Amsterdam er vanaf ons dakterras uit als in de film Lord of the Rings bij het gevecht om Middle Earth. Driehonderdzestig graden om ons heen zijn gevuld met rode, oranje en felgroene vuurfonteinen. Het einde van het jaar lijkt het einde van de wereld. Nog een kwartier later zijn noord, oost, west en zuid gehuld in een dikke deken van rookresten. Alsof de draak Smaug er een rondje heeft gevlogen en zijn laatste vuuradem heeft uitgeblazen.
Als ik bij Lina ga kijken komt ze half overeind. Ze kijkt me aan en zegt:
Mam, wil je tegen papa en Julia zeggen dat ik niet meer kom?
Ze draait zich om en slaapt rustig verder. Ik duik mijn bed in en zie nog net dat het eerste uur van 2019 voorbij is.
De volgende ochtend word ik wakker met een zwaar hoofd. Na het ontbijt kruip ik onder de dekens met een pittige migraine. De eerste dag in het nieuwe jaar is aan mij voorbij gegaan.
De stad is weer stil, en ik, ik ga er het beste van maken.