Het weekend in de week voor de herfstvakantie zet ik er een tandje bij. Lina heeft zwemles en twee verjaardagsfeestjes, Anna gaat naar free-run en Bart neemt een tennisles. Het ‘bedrijf’ Witkamp draait op rolletjes. We verheugen ons op het vooruitzicht van vrije tijd want we mogen in het huis van de verloofde van mijn moeder. Hij heeft een prachtig appartement in Scheveningen óp de boulevard.
Na mijn studiedag op maandag heb ik ’s avonds repetitie met Hans voor een optreden in de Open Bac. Dinsdag krijg ik presentatiecoaching van Liekje. Het schema loopt door met afspraken maar omdat Bart zich niet zo goed voelt en te horen krijgt dat een collega van hem Corona heeft blijven we thuis uit voorzorg. Ik slaap op de bank en hoop dat het mij behoedt voor besmetting. Bart laat zich testen en duikt met dikke griepklachten onder de dekens. Drie dagen later komt de uitslag. Positief. Wat dus negatief is voor ons.
Het eerste waar ik aan denk is dat ik niet naar school kan. Verder is het doei met de herfstvakantie aan het strand en potverdikkie mijn optreden kan ik ook wel vergeten. Ik app mijn studiegenoten en Hans en andere mensen met wie ik contact heb gehad. Bart krabbelt langzaam van zijn bed naar de bank in de woonkamer en ik schuif op mijn beurt de slaapkamer in.
Mijn eerste reactie bij ellende is ontkenning. Ik heb het niet, Bart heeft het dus ik kan het niet hebben. Iemand moet aan het roer staan anders raken we de koers kwijt. Ik doe dapper spelletjes met de kinderen, we maken een puzzel en bakken een boterkoek. Ondertussen heb ik knallende koppijn, spierpijn die je alleen maar hebt na het lopen van een marathon en ik heb het benauwd. De hoofdpijn en de benauwdheid zijn vast van de stress denk ik. De spierpijn is zeker van de dertig-dagen-yoga-challenge waar ik mee ben gestart. Ik moet wel een beetje blijven bewegen natuurlijk.
Als ik heel hard huilend mijn moeder, mijn schoonmoeder en mijn beste vriendin aan de telefoon heb gehad en zij, onafhankelijk van elkaar, de suggestie opperen om de huisarts te bellen doe ik dat. De vriendelijke dokter luistert geduldig en adviseert me om toch maar even te laten testen omdat ik ondertussen ook nog een verstopte neus heb. Die is volgens mij te verwijten aan het vele huilen maar ik geef haar het voordeel van de twijfel en duik de teststraat in. Daar moet ik voor naar Purmerend. Een welkome afwisseling, een ritje van een halfuur in de buitenwereld. De testcampus staat vol met witte tenten en er lopen overal mensen met knalgele reflecterende hesjes. Dichterbij een festival-gevoel gaan we niet komen dit jaar denk ik.
Het stokje-in-de-neus moment stelt niks voor en ik kan terug naar huis om de uitslag af te wachten. Drie dagen later belt de GGD. Ik heb het ook. Niet onverwacht en licht opgelucht (want wat had het anders moeten zijn..) reken ik hoe lang we nog binnen moeten blijven. Dat blijkt een shit-som. Als ik vierentwintig uur geen klachten heb moeten de rest hier nog tien dagen binnen blijven. Als een van de kinderen het krijgt begint de telling van voren af aan.
Het is een flashback naar de eerste lockdown. We maken avondwandelingen door het park om toch even een frisse neus te halen. Ik werk thuis, doe het huishouden en geef zo goed als het gaat onderwijs aan Lina en Anna. Julia heeft zich opgesloten in haar kamer en lijkt zich voor te bereiden op de toetsweek. Ze heeft een snotneus maar haar coronatest blijkt gelukkig negatief. Het is een ordinaire, gewone herfstverkoudheid.
Familieleden en vrienden sturen kaarten, bloemen en cadeautjes om de moed erin te houden. Het helpt, al die lieve aandacht maakt het toch wat draaglijker om gevangen te zitten in je eigen huis. Wanneer ik me weer iets beter voel en wat meer energie krijg komt mijn ongeduld op gang. Terwijl ik probeer mijn achterstallige mails weg te werken bedenk ik optelsommen onder de tien voor Lina en help ik Anna de persoonsvorm en het onderwerp in een zin te vinden. Ik heb zin om te stampvoeten en krijsend op de grond te gaan liggen maar het stemmetje in mijn hoofd dat roept dat dit echt nergens op slaat wint. Als ik de vaatwasser uitruim knal ik wat schaaltjes op elkaar waardoor er eentje breekt. Godver.
Ik ben niet de enige met explosieve gevoelens. Er zijn mensen boos omdat ze een mondkapje moeten dragen terwijl zij vinden dat dit geen nut heeft. Er zijn mensen boos die vinden dat de mondkapjes verplicht moeten worden of het nou wel of niet bewezen is dat het werkt. Er zijn mensen boos omdat de KLM wel geld krijgt van de overheid en de cultuursector niet. Er zijn mensen boos omdat de horeca dicht is en er zijn mensen boos omdat ze vinden dat de horeca veel eerder dicht had gemoeten. Het lijkt alsof de hele wereld boos is.
In mijn omgeving voel ik verdeeldheid en zoeken mensen de grenzen van de regels en richtlijnen waar we allemaal mee te maken hebben.
Dringend advies om niet op vakantie te gaan naar het buitenland. Hij vliegt naar Griekenland.
Blijf thuis als je corona hebt. Zij gaat met een positieve testuitslag en koorts even naar het tuincentrum.
Huisgenoten moeten thuisblijven als iemand corona heeft. Hij brengt de kinderen naar school omdat die geen klachten hebben, anders is het zo druk thuis en kan hij niet rustig werken.
Medewerkers in de teststraten worden uitgescholden. Politici kunnen het ook niet meer goed doen. Wel regels? Geen regels? Soepele regels? Een beroep doen op het ‘gezonde’ verstand van de burger lijkt mij de slechtste optie want die burger is zijn verstand verloren.
Wij mogen weer naar buiten maar ik merk dat ik niet sta te trappelen. Het liefst blijf ik onder de dekens tot dit allemaal is overgewaaid. Hoe ziet de wereld eruit als dit voorbij is? Hoe ver gaan we het laten komen met z’n allen. Wie of wat kan ervoor zorgen dat we er het beste van gaan maken? Wanneer mag ik optreden? Ik heb liedjes over hoop! Dat is wat ik iedereen trouwens toewens, hoop. Als dat er niet meer is zijn we verloren. Niemand weet hoe het verder zal gaan. Het zou wel eens nog veel rottiger kunnen uitpakken. Ik kijk uit het raam en zie een dubbele regenboog.
Morgen mogen we weer naar school. Julia, Anna, Lina en ik. Het voelt als lente na een lange, koude, natte winter. Voor nu volg ik een online-yoga-lesje, ik sla mijn energie eruit tegen Bart op de tennisbaan en vanavond trek ik een mooie fles wijn open. In de vriendengroep appen we linkjes van grote huizen in Frankrijk met zwembad. Zomer 2021. Iets om naar uit te kijken, dat kunnen we allemaal goed gebruiken. Of het realistisch is dat zien we dan wel weer.